De serie Grote Orkesten I (voorheen RFO & Friends I) omvat vijf concerten met twee Nederlandse toporkesten. De Moldau en een kwartet als solist De serie wordt geopend door het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Op het programma Mozarts Klarinetconcert en Smetana’s volledige symfonische cyclus met zijn beroemde Moldau. De andere concerten worden gegeven door het Radio Filharmonisch Orkest. Vladimir Petrenko, een vertrouwde gastdirigent, leidt het orkest in een programma met Adams en Sjostakovitsj. Voor Adams vervult het Dudok Quartet Amsterdam de rol van ‘solist’. Nasr en Price De essaybundel De fundamenten van Ramsey Nasr vormt de basis voor een nieuw oratorium, gecomponeerd door Camiel Jansen in opdracht van de NTR ZaterdagMatinee. Muziek van Moesorgski past goed naast dit in klank omgezet sociaal manifest. De Afro-Amerikaanse componiste Florence Price is in vergetelheid geraakt. Hoe onterecht dat is, zal blijken uit de uitvoering van haar Tweede vioolconcert door Randall Goosby. Bartók, Ravel en Tawfiq In het laatste concert dirigeert chef-dirigent Karina Canellakis De houten prins van Bartók, die dit werk zelf omschreef als ‘een symfonisch gedicht waarop gedanst wordt’. Daaraan vooraf gaat Ravels Pianoconcert in G met de Franse pianist Cédric Tiberghien. Het concert opent met de wereldpremière van de Nederlandse componist Hawar Tawfiq. Hij tovert met klanken, beïnvloed door zijn geboortestreek, het Koerdische noorden van Irak.